Gereedschap is een mens tot groot nut, ook een handwerkster. En goed gereedschap zegt men, is het halve werk. Deze eeuwenoude constatering is een praktische. Ik vind dat het meer is dan dat: goed gereedschap maakt het werk aangenamer en lichter. Er is nog steeds een wereld van verschil tussen breien met een paar oude ijzeren breinaalden uit oma’s erfenis of met een van die lichte houten moderne exemplaren met een pittige punt en glad lijf. Het klopt ook wel, oma’s breien was meer werk dan liefhebberij, behalve toen ze ouder werd en kon kiezen tussen confectie kopen of zelf maken. Toen bleek de breiliefde te groot om los te laten. Bovendien kun je de meeste gekochte sokken niet stoppen en zelfgebreide wel, duurzaamheid sprak een woordje mee.
Net als andere textielmensen heb ik een extra sensor voor fijne spullen om mee te werken. Zou je het een textiel zintuig kunnen noemen, een zevende zintuig? Net even die fijnere haaknaalden en breipennen, die prettiger spelden en naalden met een handig oog, een centimeterband die sterk en toch soepel is. Een hamster in de familie, dat ben ik, waar het gaat om wol, gereedschappen en boeken natuurlijk. Met mate hoor, want het moet leefbaar en betaalbaar blijven en als ik niet meer ongedwongen rond kan lopen word ik gek. Maar toch. In de winter van 2013- 2014 viel dus mijn oog op een nieuw tijdschrift, zo tussen de vele andere tijdschriften die tegenover de was- en poetsmiddelen stonden uitgestald in de plaatselijke supermarkt. Maison Victor bleek echt vernieuwend, want het wil op moderne wijze de groeiende groep thuisnaai(st)ers inspiratie en steun bieden. Wat de redactie van het tijdschrift doet met goede uitleg, frisse projecten voor groot en klein, jong en oud, en mooie foto’s.
Ik nam het mee, bladerde verlekkerd bij een kop koffie en stuitte op een simpele rol van stof om breinaalden handig in te kunnen bewaren en vervoeren. En daarmee lezen jullie nu Nuttige Handwerken nummer 9 over de haaknaalden èn een breinaaldenrol, die ik geïnspireerd op Maison Victor maakte. Sindsdien gebruik ik beide rollen en ze bevallen me goed. Ja het klopt, ik had er eerder over kunnen schrijven, maar het geldt voor veel waarover ik schrijf: er is sprake van een aanmerkelijke inweek- en uitbroedtijd. Hoe kan ik iets over het voetlicht brengen als ik niet zeker weet dat het goed is? Nee, dat gaat dus niet, ik wil graag integer zijn. De dingen hoeven niet meer fluks en met de waan der dag. Dus eerst deze rollen mee op reis gehad, in huis en tuin gebruikt en weggelegd. En ja, ze blijven, vast en zeker. Ze zijn heel persoonlijk en herkenbaar, dus ik vergis me nooit in waar ze zijn en van wie ze zijn. Ze zijn niet gauw vol. Je kunt fijn sorteren op maat en de pennen of naalden er zo inschuiven dat je goed ziet welke pen welke dikte heeft.
De Nuttige Handwerkenboeken uit mijn kast geven geen patronen of informatie over het opbergen van pennen en naalden. Was dat een vanzelfsprekendheid? Ik herinner me hoe oma B een mooie houten bewaarkoker had en oma L alle lossen pennen met een elastiekje bij elkaar hield. Het elastiekje is inmiddels vergaan en de houten koker is elders in de familie beland.
Met de maat van mijn haaknaalden als uitgangspunt haakte ik van plantaardig geverfde lontwol (dat deed ik met cochenille, wat prachtige gemêleerde roze tinten opleverde, lief en zacht en vrouwelijk) een rechthoekige lap. Met stokjes, want dan is er ruimte om verschillende diktes naalden op te bergen. Vervolgens viltte ik voor de buitenkant een bijpassende lap van merinoswol en kant, in wit- rose- grijstinten. Het vilt en de grove wol zorgen naast de vrouwelijke uitstraling voor stoerheid. Met een lint kan ik het opgerolde exemplaar dichtmaken en gemakkelijk opbergen, bewaren of meenemen. Voor mijn breipennen deed ik iets soortgelijks, maar dan gemakkelijker. Daarvoor haakte ik een grotere lap van een bol overgebleven blauwzwarte sokkenwol, nam een mooie linnen Zweedse theedoek met borduursel als tegenstof en een fijn satijnen lint als sluiting. Het is verbazingwekkend hoeveel breipennen je zo overzichtelijk mee kunt nemen. Maar wie weet maak ik nog wel een tweede rol, want als deze te vol wordt, dan rolt hij niet zo prettig meer op. Eén voor dikkere en één voor dunnere pennen lijkt logisch, toch?
Het geheel naaide ik trouwens op een oude trapnaaimachine, die vast nog eens een hoofdrol krijgt in een gereedschapsverhaal op dit blog. Ik kocht hem een paar jaar geleden van iemand in het dorp, wier opa ook kleermaker was geweest. Het roert me om dit prachtige stuk in mijn tuinkamer te hebben staan en te weten dat er opa’s waren die al trappend en knippend en naaiend een gezinsinkomen bij elkaar werkten. Juist voor mijn Nuttige Handwerkenproject is het een eerbetoon aan opa’s en oma’s om op die naaimachine te naaien wat er te naaien valt. De directheid van dit werk, ik bewonder het zeer.
Van de breipennenrol hou je nog een foto tegoed. Zojuist heb ik, onder de Franse zon en begeleid door het intense geluid van cigales, in mijn fotobestanden gezocht naar een foto. Helaas, geen foto in mijn bestanden en de rol ligt thuis in mijn tuinkamer, niet thuis in Frankrijk. Bij ons vertrek had ik het idee dat breien boven de 30 graden Celcius toch niet zou gaan gebeuren. Mail me maar even als je nieuwsgierigheid niet bevredigd is, dan plaats ik een extra foto bij dit stukje zodra ik weer in Nederland ben.
Als troost een foto van de Singer trapnaaimachine.Deze foto is een paar jaar oud, in 2010 was ik een paar maanden zoet met het breien van mutsjes voor baby’s in rampgebieden en met polswarmers. Geen stylish foto dus, maar de machine in gebruik.
Au revoir!
Wat een gezellige naaldenrol, ik krijg zowaar zin om iets te gaan haken.
Toevallig vond ik vandaag een Maison Victor in de winkel (in Gieten notabene!). De naam doet de inhoud geen eer aan moet ik zeggen, het klinkt wat tuttig, terwijl de patronen er heel hip en happig uitzagen.
Haken is best fijn, zeker met een fijne haaknaald! Ik kocht er in Frankrijk een, die werkelijk geweldig is. Dat een andere naald nog zoveel uit zou maken, daar had ik geen idee van bij haken. Maar goed, ik zal binnenkort een leuke foto van deze haaknaald op facebook zetten. Hier mag ik natuurlijk geen reclame maken. Ik kan je wel verklappen dat hij van Japanse makelij is en in nr 3.5 hip oranje. En duur, ook relatief. Het leuke van op vakantie zijn in Frankrijk is, dat euro’s daar nog een beetje voelen als francs, lekker abstract….