in de steentijd

Hé kijk, zie je dat, het is gelukt! Drie blije kinderen laten zien hoe ze van hun zelf gekaarde wol een mooie draad sponnen om een steen. Het was in 2007, op net zo’n mooie lentedag in mei als vandaag. We hebben een fijne middag in de tuin doorgebracht met een groep kinderen, een paar hulp-oma’s, wat stenen en wol.

Ooit begon ik het lesgeven aan de keukentafel met plukken gekleurde wol op tafel en kinderen eromheen. Meestal meisjes, vriendinnetjes van mijn dochtertje, die toen in groep 6 zat en niet zo gemakkelijk aansluiting vond bij de meisjes in haar klas.Het was in 1997, een eeuw geleden. Het was mijn manier om haar een plek tussen die meisjes te geven, want terwijl we samen bezig waren om van de wol iets leuks te maken ontstond er een band tussen de kinderen. We maakten iets dat paste bij het seizoen, ik herinner me het wikkelen van pompoentjes op kransen van in de tuin geknipte klimop, het wikkelen van kabouters en vilten van een droomkussentje. Ik leerde de kinderen technieken als wikkelen, vilten, naaien, haken en breien, maar altijd via een verhaal over kleuren, dieren en mensen. Op school was er minder aandacht voor handwerktechnieken en de kinderen die bij mij kwamen vonden het erg leuk om zo samen bezig te zijn. Ik genoot van het lesgeven, ik was toen gestopt met mijn baan als docent op een middelbare school en was gelukkig met die tafel vol leergrage kinderen.

Zoals ik ooit begon met dat atelier, met kinderen, zo liep het uiteindelijk ook af: mijn laatste groep die regelmatig  kwam en het lang volhield was een kindergroep. Omdat ik het werken met kinderen zo belangrijk vind, kon ik het niet over mijn hart verkrijgen er eerder mee te stoppen en wachtte op het natuurlijke verloop waarmee het grootste deel uiteindelijk de tocht naar ‘de middelbare’ aanving. Dat was in 2012. Zo heb ik toch 15 jaar kinderen aan tafel gehad, hier in mijn dorp. Dat is nog steeds erg leuk, want velen blijven hier wonen. Ik ontmoet ze opnieuw achter de toonbank bij de banketbakker of grootgrutter, het dorp is zo bewoond door bekenden die ooit tegen elkaar zeiden: zit jij ook op Agnes? Zoals je op ballet, op gym of op voetbal zat, kon je hier ook op Agnes zitten. Geestig.

Een van de leukste lessen die ik deed, was steentijd-spinnen. We begonnen dan met elkaars kleren bekijken: wat heb je eigenlijk aan en waarom? Waar is het van gemaakt? Komt het van plant of van een dier, hoe ziet het eruit, hoe groeit het, hoe maak je van een pluk katoen of wol een T-shirt of trui? Wat heb je ervoor nodig? Ik ben ervan overtuigd dat de meeste kinderen anders hebben leren kijken naar de natuur en zich bewuster zijn geworden van zichzelf als consument. Ze leerden wat ervoor nodig was om uiteindelijk kleren aan hun lijf te hebben, hoewel ik het economische bedrijfskundige marketingverhaal oversloeg. Ik vond foto’s die ik in mei 2007 maakte, in de tuin bloeiden net als nu vingerhoedskruid en hondsdraf, ossentong en madelief.

steentijdspinnen mei 08 024(site)steentijdspinnen mei 08 010(site)steentijdspinnen mei 08 001(site)

 

Toen, in 2007, kon ik nog amper spinnen en ik kreeg hulp van vriendin Admar, die zich juist verdiept had in de geschiedenis van het spinnen. Ze leerde ons de juiste steen te zoeken, één die niet te groot was en mooi ovaal en regelmatig van vorm. Dan een takje vastmaken met een hulpdraad. En dan het spinnen, oh zo lastig, van een pluk zojuist zelf gekaarde gekleurde wol. De kinderen hielden altijd erg van kaarden, als ik me er met die cursussen vanaf had willen maken, dan had ik rustig iedere keer een bak gekleurde wol en de kaardenmolen op tafel kunnen zetten. Succes verzekerd.  Het spinnen was lastig, maar gek genoeg nog meer voor de opgetrommelde hulp-oma’s dan voor de kinderen. Die zijn over het algemeen meer onbevangen, dus ontspannen en doen wat je zegt: de wol in je ene hand, zonder te knijpen.  Er voorzichtig een pluk uittrekken, zo wijd en dik als een duim, naast de hulpdraad leggen en dan de steen draaien met de andere hand. Steeds dezelfde kant opdraaien.  Weet je wat, eerst met z’n tweeën een begin  maken en elkaar dus helpen met het opzetten van dat eerste stuk draad is een goed plan. Daarna verder gaan, rustig en langzaam, tot je weer een stukje draad hebt. De steen draait onderaan de draad die ontstaat en maakt ‘m sterk. Als de draad wat lang wordt, kun je natuurlijk op een stoel gaan staan, dan kun je langer doorgaan. En een dvd over spinnen in Turkije zag ik een vrouw op het dak zitten, om zo lekker lang met haar spintol door te kunnen spinnen! Maar hier in de tuin ging de draad om de steen, gelijkmatig gewikkeld, tot er net een stukje over was om een nieuwe draad aan te kunnen vormen.

Het was mooi, dat steentijd-spinnen, want het leerde de kinderen de essentie van spinnen. In dat bezig zijn kan het niet anders of je denkt even terug en voelt je ook verbonden met die allereerste mensen die zo slim waren deze techniek uit te vinden. Die misschien wel schoon genoeg hadden van het dragen van dierenhuiden, die vast stijf waren en misschien wel stonken.Ze hadden het draaien van vezels geleerd van het draaien van varkensdarm tot draad om huiden mee aan elkaar te kunnen naaien. Het in elkaar draaien van jute om garen en touw te maken. En ze waren creatief genoeg om een nieuwe toepassing te verzinnen, die we in de 21ste eeuw nog steeds gebruiken. Want hoewel het proces van spinnen voor het grootste deel van de kledingproductie gemechaniseerd is sinds de industriële revolutie, ben ik zo vrij om te denken dat de grootste uitvinding toen gedaan is, in de prehistorie.

 

voor inspiratie: www.admarkwant.nl

 

 

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>