vervulling. over hond en handwerken 2.

Het verlangen waarover ik vier maanden geleden schreef, is vervulling geworden. Monty heet hij, dit antwoord op mijn dromen. Een wollige bollige pup van het soort Berner Sennen.  Een week voor ik mijn eerste stuk over hond en handwerken publiceerde is hij geboren. Mooi. Terwijl ik dacht en schreef, was hij heel pril. Redelijk onbevangen ging ik een maand na zijn geboorte op kennismakingsbezoek bij zijn fokker en de mens van zijn moeder. Ik dacht te gaan praten over toekomstmuziek, te gaan kijken of we bij elkaar pasten, deze fokker en ik. Dat bleek helemaal zo te zijn, maar middenin al mijn hondengeluk tussen haar vele Berners kwam daar ook het aanbod: wil je een reutje uit het nest van Siobhan en Nabucco? Fijne honden en een koninklijke afstamming, dat voelde goed.

Nog een maand later kwam hij bij ons wonen, zijn speelkussen lag al klaar. Dat ik niet voor niets aan het handwerken was geslagen bleek al snel. Hij vond het geweldig om de speelsok uit de zak te peuteren en er soms iets eetbaars in te vinden, hij vond het kussen lekker ruiken en slapen. Het trekken aan de losse lussen bleek zalig, de losse speelbal met slierten vrolijk leuk.  Nog steeds is dat zo, nu alweer twee maanden later. Het kussen is echt zijn plekje geworden. Deze week zijn hij en zijn broertjes en zusjes vier maanden. Monty is de afgelopen acht weken explosief gegroeid. Ruim twee keer zo groot en zwaar is hij geworden. De Hollandse Schmous die eerst een leuk speelmaatje in dezelfde maat was kan nu onder hem doorlopen. De afgelopen maanden stonden in het teken van alles wat hoort bij het eerste socialiseren in een gezin met een oudere hond, poezen, uitwonende kinderen die ongeregeld langskomen, aanwaaiende vrienden en buren, zindelijk worden, op reis gaan en de eerste regelen der omgangskunst leren in de puppyklas van de hondenschool. Het was intensief, maar het was het helemaal waard! Want zie hier, het mormeltje is nu zover dat ik zonder teveel zorgen de tuindeuren van mijn atelier open zet. We hebben lekker gelopen en ontbeten en de honden liggen in de lentezon. Er wordt niet zomaar meer aan wol getrokken, als ik er ben is de inhoud van deze tuinkamer redelijk veilig. Hè hè, heerlijk.

Het was opbeurend om welkom te kunnen heten, het leven was de afgelopen jaren nogal vol van loslaten en afscheid nemen. Er is een nieuw begin met een nieuw hondenleven en alles wat we daarin samen kunnen doen en delen: fantastisch!  Monty is ook nog eens gezegend met een lief en stabiel karakter, dat al vrijelijk tussen alle puppystreken doorschemert, dus ik prijs de dag en vier mijn geluk. We blijken zelfs interesses te delen!

Hij houdt van het lezen van kranten en mijn boekenweekgeschenk. Die belangstelling heb ik trachten om te buigen naar aandacht voor wat anders, zijn piepbeesten bijvoorbeeld. Voorlopig met succes. Hij houdt van lekker eten. Há, dat is leuk! Een hond met een gezonde eetlust is leuk voeren, het geeft je de kans om hem gemakkelijk gezond te houden en je kunt zo af en toe eens een traktatie delen in een gezamenlijk eetmoment. Een gestoomde makreel bijvoorbeeld, of een komkommer. Lekker hoor. Hij houdt ook veel van tuinieren. Erg veel. Niet gek natuurlijk, voor een hond die deels vernoemd is naar een tuingoeroe. Gelukkig lukt het me vaak om zijn overtollige energie via stapels overtollige plastic plantenpotten om te leiden. Hij jongleert, hij vangt en rent, hij buitelt en speelt. Het enkele gat dat hij graaft is soms functioneel, soms niet. Hoorde eens van een hondenmens die zijn hond een hele geul liet graven voor de aanleg van een stroomkabel voor buitenverlichting. Of wij zover gaan komen, vraag ik me af. Daarvoor moet je heel veel doorzettingsvermogen hebben en voorlopig is het beessie alweer afgeleid door een fladderende vlinder, een kip die iets doet in haar ren, het landen van een duif op het gras, of de komst van de postbode. Dan is er nog zijn liefde voor water. Ook dat verhaal gaat helemaal goed komen deze zomer, want ik nam een kinderbadje in bloemvorm over. Helemaal super! Badderen, plonzen met de poten, speeltjes zoeken onder water, heerlijk. Ik hoop hem hierin ook goed te kunnen koelen als het een warme zomer wordt, want warm zomerweer en Berners gaan niet zo goed samen.

2015 atelier 003 2015 atelier 002

Blijven over: de wol en het handwerken. Dat is een verhaal met meerdere hoofdstukken, waarvan ik er hier op deze plek een deel: zijn vachtje. Je ziet hem hier liggen met zijn eigen lievelingsvachtje. Dat viltte ik ooit van de vacht van een klein en sober schaap, een Ouessant. Monty eigende het zichzelf toe. Het verving in de eerste dagen zijn broertjes en zusjes, want hij kon er ook heerlijk mee klieren. En hij miste ze natuurlijk wel een beetje. Dat klieren met zijn vachtje doet hij nog steeds vol overgave. Ik durf wel te schrijven, dat het hem het wennen gemakkelijker heeft gemaakt. Het ruikt natuurlijk lekker. Hij kan er mee gooien, erin bijten, erop in slaap vallen. Net als met een nestgenoot. En omdat het gevilt is van stoere wol van een schaap dat het op het eiland Ouessant voor de Bretonse kust in weer en wind goed doet, kan het tegen een stootje.

Het zou zomaar kunnen zijn, dat ik de komende tijd nog wat van die vachtjes voor pups ga vilten. In naturel wol of zelf geverfde kleurtjes. En in een maat die past bij lieve pups, die hun eerste stappen in een nieuw leven gaan zetten. Leuk om te doen en er ligt hier nog wat wol, zie ik. Donkerbruine Ouessant, naturel Schoonebeker en beige Drents heideschaap. Die vilten goed, die heideschapen. Het gaat mooi weer worden, hoorde ik, en dan is dit een fijne klus aan de tuintafel. Zouden daar in de wereld buiten onze tuin ook lieve honden zijn, die blij worden van zo’n eigen vacht?

Hoe duur ze worden, weet ik nog niet. Het materiaal is niet zo duur, en het viltwerk valt ook wel mee.

Onderhoud?  Heel gemakkelijk. Uitkloppen. Stofzuigen kan ook. Af en toe in de mist hangen, zodat de wolvezels zich openen en vuil loslaat. Vuil? Nou ja, zo’n pup is niet altijd heel schoon. Modderpoten uit het bos, kledder van de ganzen bij de vijver, een snuit per ongeluk in de yoghurtpot gestopt, dat soort activiteiten laten sporen na natuurlijk. Wassen kan dan ook, niet de hond, maar het vachtje. Gewoon op een wolwasprogramma, dan blijft ie even groot. Vind je het geen punt als het nog wat nakrimpt, dan was je ‘m gerust op 40 of 60 graden mee. Wat ik zeker weet: voor de hond hoeft het niet. Die houdt juist van iets dat ruikt naar wat het is: beest. Wist je dat collegahonden op het veld een hond die juist van de kapper komt en ruikt naar shampoo en conditioner niet altijd meer herkennen als hond? Kijk, zo vindt jouw hondje het fijn als zijn vachtje gewoon naar beest ruikt.

 

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>