nuttige handwerken 4. de macaron in de douche

We waren al een poosje lekker op streek met de Nuttige Handwerken in de hand, M. en ik, toen ik merkte dat ik ook wat het handwerken betreft anders om me heen ging kijken. Dat had ik immers afgesproken met mezelf: breken met de gewoonte om bij alles wat ik nodig heb naar een winkel te lopen. Nodig heb? Of: gewend ben te gebruiken? In ieder geval wil ik fris aankijken tegen mijn behoefte aan een ding. Verzinnen  hoe ik anders met de situatie om zou kunnen gaan. Wandelen met Hond Sam en traag mijmeren over een en ander helpt dan goed. Want juist tijdens die wandelingen ging ik me realiseren, dat ik op mijn leeftijd een schakel kan zijn tussen wat komt en wat was.

Ik zit in mijn atelier, buiten is het herfstig nat. Ik voel me wat treurig, omdat het echt gedaan is met de nazomer. Toch  is het ook heerlijk om me hier weer in alle rust terug te kunnen trekken. Een koolmees zit verwoed te timmeren tegen het nestkastje van wolvilt, dat naast het raam hang. Zouden daar beestjes in zitten? Spinnetjes? Wolluizen?

Wat was: een jeugd en jonge jaren, waarin de groenteman, melkboer, voddenman en schillenboer aan de deur kwamen met hun kar en handel. Eerst nog met een paard of pony ervoor, later met van die kleine vrachtautootjes met groente hoog opgetast in de lengte van de auto, onder een afdak. Zeilen waren omhoog geknoopt, die konden bij de reis richting moestuin weer omlaag. In termen van nu: afval was grondstof en schillen gingen naar de varkens en katoenen en linnen lappen naar de papiermolen.  De groenteman verkocht direct uit zijn biologische moestuin en wij aten sober en van het seizoen. Mama rekende uit hoeveel gehaktballen er uit een pond gehakt gingen en papa  kreeg de grootste. Wij leerden dankbaar te zijn voor al het werk dat hij voor ons, zijn gezin, verzette en hielden onze mond als volwassenen aan het woord waren.  Als mijn zusje en ik een jurk of rok nodig hadden, dan werd er eerst gekeken of er nog iets te vermaken viel. Oma breidde onze sokken, kniekousen, hemden en borstrokken. Een kledingstuk uit de winkel was een Groot Feest en schoenen waren stevig, praktisch, bruin en verstandig. Een broek was voor jongens, meisjes droegen jurken en maillots, rokjes en kniekousen en in het geval van een kortere rok een extra net broekje over de onderbroek aan. Want als je ging schommelen of touwtje springen, mocht je onderbroek niet te zien zijn onder opwapperende rokjes.

Dit alles veranderde rond 1970, toen mijn zusje en ik ons gevecht om een lange broek wonnen, pa promotie maakte en zijn inkomen een sprong voorwaarts maakte. Er kwam popmuziek, meer gehakt voor minder ballen en groente uit verre landen. Er kwam confectiekleding (een vloek in een familie van coupeuses en kleermakers, maar ook reuze handig en aantrekkelijk) en sowieso méér kleding.

Wat is. Het is 2014.Tijd is een vreemd ding. Zeker als geluk of verdriet intens beleefd worden, duren dagen eindeloos of wordt tijd juist heel abstract. Maar als je je verveelt of vervelende dingen moet doen, dan kruipen de uren voorbij.( horen verveling en vervelend bij dezelfde woordfamilie? vast) Jaren gaan snel, en als ik terugkijk en zo 50 jaar overbrug, dan lijkt het kort geleden. Aan de andere kant: mijn idee als kind van alles na het jaar 2000 blijkt weinig raakvlakken te hebben met hoe de wereld er nu uitziet. Van internet en alle moderne communicatie had ik geen benul, dit alles lag buiten mijn voorstellingsvermogen. De tv en telefoon waren al moderne wonderen. Maar ik dacht toen wel, dat we nu zo ongeveer allemaal in kleine hovercrafts rond zouden vliegen, zodat alle verkeer schoon en geluidloos zou zijn. En niet dodelijk voor muizen, poezen en wilde dieren. Het lijkt er niet op! Het grootste wonder is wel, dat ik een dochter van 25 heb die aan het promoveren is op het concept geluk en de grote vraag, hoe het toch kan dat veel mensen tevreden zijn met hun eigen leven en zich een slag in de rondte mopperen over de toestand in het land, de staat der politiek en het gedrag van de jeugd. Zal ik haar eens zeggen daar de oude Romeinen op na te slaan? Die mopperden al op precies dezelfde dingen, 2000 jaar geleden. Daar schenk ik even een kop koffie bij in, met verse geklopte melk. Net als bij mijn oma’s vroeger, met de hand gezet in een kan met een filter erop. Slow koffie, in termen van nu. Kijken naar prachtig gekleurde belletjes in geel, roze, paars, blauw op de koffiedrab terwijl het water erdoorheen zakt. Elektriciteit heb je er niet voor nodig.

Mijn grootouders hebben zich nooit arm gevoeld, al waren er wel zorgen. Hun wereld is verdwenen en toch ook niet, want ik woonde er en dus is hun wereld ook deel van mij gebleven. Sociale voorzieningen bij ziekte of ouderdom waren voor kleine zelfstandigen absent. Dat maakte soms angstig, en in ieder geval voorzichtig. Wat merk ik daarvan? Ook ik heb altijd voor een week eten in huis, voor ‘je weet nooit’. Wat goed was: er was een dak boven het hoofd en eten op tafel, er waren warme bedden en een kachel met kolen. Toen ze oud werden, kwamen de onvoorstelbare luxe van een douche ( niet meer wassen bij die ene keukenkraan en eens per week een bad in de teil), van centrale verwarming en AOW.  Ik denk dat weinig bejaarden nu zo trots en blij zullen zijn met hun AOW als de ouden van toen. Het is van fantastische verworvenheid tot recht geworden. Met al het bezit dat er nu is onder die generatie is er minder vreugde, zo lijkt het mij toe. En meer angst. Wie zoveel heeft, heeft ook veel te verliezen. Ik besef dat mijn beeld gekleurd is door de ouderen om me heen, hier in mijn woonomgeving. Het zal niet voor iedereen zo zijn.

atelier 2014 002(site)

Mijmerend over dit alles keek ik om me heen in mijn huishouden en bedacht, waarmee mijn boodschappenmandje soms gevuld is. Met bijvoorbeeld wattenschijfjes om ‘s morgens mijn gezicht op te frissen. En om ‘s avonds uitlaatgassen of modder uit de tuin eraf te poetsen. Met lotion of bloemenwater om dat dan te doen. Een ritueel dat mijn zusje en ik als pubers leerden van onze mama, middels een prachtig en meisjesvriendelijk Sintgedicht over de voordelen op lange termijn van een vroege start met de gezichtsverzorging. Net als schoenen poetsen, zei de Sint toen, is het zorgen voor je gezicht een investering voor de lange termijn waar je nog veel  plezier van gaat hebben. Het is juist je gezicht, dat voor andere mensen de spiegel is van je karakter. Terwijl dat gezicht het meest van al je lichaamsdelen wordt blootgesteld aan de elementen, zon en wind en vorst en hitte. Maak schoon, bescherm, voedt en je zult zien, op je oude dag zie je er patent uit. Zon Sint van een paar honderd jaar kan het weten, dus sinds dien deden mijn zus en ik aan s avonds schoonmaken en s morgens opfrissen en zo nodig een crème op ons gezicht. Aan oma, die een 92-jarig leven lang haar gezicht waste met gekookt water en rozenwater zagen we, dat het waar was. Helaas leefde onze mama niet lang genoeg om haar stelling te bewijzen. Maar toen ze stierf, 58 jaar jong, zag ze er nog jong en verzorgd uit.Bij mij doet wat overgewicht ook wonderen tegen rimpels, maar daarnaast meen ik toch, dat het aardig gesteld is met de huid van mijn gezicht. Met dank aan de rozen!

Ik ga ze zelf maken, die wattenschijven! Los van het boek, want daar staan ze niet in.  Meer dan een washandje gebruikte men toen blijkbaar niet. Nuttige handwerken van nu, voor een moment van Nu. Een moment in het Nu. Ze ontstonden als vanzelf, mijn reinigingsrondjes,  lijkend op heerlijke Parijse macarons. Ik haak er 3 in een uur en laat me leiden door de kleuren van restjes katoen. Stop ze dan in een glazen bakje, door een zekere Franse firma genaamd Goede Moeder gevuld met crème brûlée ( een heerlijk toetje, dat ik natuurlijk het liefst zelf maak, maar dat is vrij veel werk en kopen mag best een keertje, zeker omdat je daar van die mooie glazen schaaltjes aan overhoudt) en zet ze in de douche. Naast een flesje bloemenwater uit de winkel of een zelfgemaakte huidverfrisser.

atelier 2014 002

Recepten en patroon

Voor het reinigingsrondje:

Nodig: haaknaald 2 ½ of 3 en een restje haak/breikatoen. Haak 6 lossen en sluit die tot een rondje. Haak daarop 12 vasten. Sluit de ring. Ga verder met het haken van een rand vasten op de vorige rand, tot de maat van je reinigingsrondje je naar de zin is. Je zult moeten meerderen, anders krijg je geen mooi plat rondje. Ik bekijk per toer wat mooi wordt, meestal is dat 1 losse, 2 vasten, 1 l, 2 v, enzovoorts. En dan de volgende ronde andersom: 2 l, 1 v, 2 l, 1 v. Sluit de ring als je klaar bent en werk de draadjes af.

Materiaaladvies: voor deze rondjes is niet glanzende katoen het fijnst, dan worden de rondjes zacht in de was. Glanzend  katoen blijft harder en voor een gevoelige gezichtshuid is dat niet prettig. Fijne katoen koop je bijvoorbeeld bij Söstrene Grene in Groningen. Iets duurder maar wel 100% ecologisch is BC garn Alba. Dat koop ik bij www.textielwerk.nl in Ouwerkerk, Zeeland.

De juiste maat? Ik haak ze passend in het glazen bakje, maar groter of kleiner kan natuurlijk ook. De eerste rondjes maakte ik met als maat een grote en kleine uit de winkel, om te kunnen ervaren wat me het best bevalt. Uiteindelijk lag voor mij de waarheid in het midden.

In de was. Je kunt de rondjes gewoon bij de was gooien op 40 graden. Als je bang bent ze kwijt te raken, dan kun je ze in een waszakje stoppen. Als je rondje net nieuw is, dan moet je je vingers er goed onder houden, anders zakt de lotion of reinigingsmelk er zo doorheen. Dat is na een paar keer wassen over, dan zijn de katoenvezels mooi gesloten.

 

Voor een prettige gezichtslotion:

Tja, ook dat is een persoonlijke kwestie. Want hoewel je op sites van cosmeticamerken veel kunt lezen over de goede werking van een lotion, echt weten doe je het niet, toch? Het gevoel is het belangrijkst. Mijn ervaring is, dat goedkope flessen plastic-achtig aanvoelen. Alsof er een plaklaag over je gezicht ligt, een film van iets. Niet fijn. Ik word ook altijd wat uit het veld geslagen door lange lijsten met chemische benamingen. Hoewel ik heus weet, dat voor ieder ingrediënt een chemische naam bestaat, maakt die naam het voor mij niet aantrekkelijker. Blijft over: het gevoel van zon lotion op je huid. En dat weet ik wel! Waar ik het voor doe is de geur, liefst fris en/ of bloemig. En het frisse, zachte gevoel van schoon zijn. Heerlijk. Een zwak heb ik voor bloemenwaters. Die zijn er in soorten, maar wat ze doen begrijp ik en hun geuren kunnen fijn zijn. Op de foto zie je een paar flessen, soms gekocht op reis. Rozenwater bijvoorbeeld: in alle landen rond de Middellandse zee wordt rozenwater verkocht. Echt hydrolaat, de condens die overblijft na het ontrekken van de etherische olie aan de rozen. Of een goedkoper product. Andere favorieten van mij zijn citroenverbena/ verveinewater en oranjebloesemwater. Een eenvoudige en fijne lotion maak ik zelf met biologische ciderazijn uit de biowinkel.

Recept: Zorg voor een schoon glazen flesje. Hergebruik: denk aan koffiemelk, citroensap en dergelijke. Vul dat met afgekoeld gekookt water. Doe er 2 eetlepels biologische appelazijn in. Je zult verrast zijn hoe prettig je huid voelt na een opfrisbeurt met deze lotion.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>