Aangestoken door het plezier van gisteren, duik ik vandaag opnieuw in een oude doos en vind een patroon van babymutsjes als Klein Textiel Project. De herinnering is direct daar. Het gezellige breien ‘s avonds, als ik na een inspannende dag zin heb in de eenvoud van twee pennen, een bol wol en een fijne documentaire, film of het geluid van een knapperende houtvuur. Poes Snoes op de ene armleuning van de stoel, het patroon platgestreken op de andere armleuning.
We gaan onontkoombaar richting winter, het is half november. Zomerkleren zijn opgeborgen, winterkleren herontdekt. In Z zijn al veel bomen die mee kunnen doen met “Zie de maan schijnt…”, ze zijn hun blad al goeddeels kwijt. Hier in het zuiden van Frankrijk, waar ik dit bericht nu schrijf, doen we net of we de winter nog een poosje uit kunnen stellen, maar ook hier is hij naderbij aan het komen. De dagen worden korter en kouder en hoewel we nog wat kunnen nagenieten van de zomer met een lunch in de zon of een wandeling zonder jas aan, de stapel houtblokken ligt al klaar om aan het einde van de middag richting houtkachel te verhuizen en blote benen zijn er de tweede helft van ons verblijf hier niet meer bij.
De zorg voor koude kinderhoofdjes vind ik dus wel toepasselijk, dat wel zeggen: we willen ze niet natuurlijk. Want een baby is, zo weet iedere ouder en oma, lekker warm als voetjes en hoofd warm zijn. Hier het verhaal uit de Wol & Woorden van herfst 2010:
” Klein Textiel Project.
Als je goed kijkt naar de foto, dan zie je mutsjes liggen, naast de naaimachien.Babymutsjes. Ik kom niet veel handwerksters meer tegen die er niet op de één of andere manier tegen aan zijn gelopen. De organisatie Save The Children roept ons op te breien voor de vele baby’s die in India ’s winters een koud hoofdje hebben. Wat weer kan leiden tot longontsteking, jaarlijks sterven er teveel kindjes. Dat is met eenvoudige middelen terug te dringen, zoals een wollen muts. Ik vond een kaartje van Save the Children in een tijdschrift, dat denk ik tenminste want het lag ineens op de grond in mijn woonkamer. “Geef de kleintjes van India een warm welkom, brei een mutsje!” riep het me toe.
Zonder enige bijgedachte ging ik naar www.breivoorindia.nl , schreef het patroon over en ging aan de slag. Gezellig, leuk! Ik gebruikte lieve restjes wol, allemaal zelf geverfd met Landscapes dye. Het bovenste mutsje, oranje rood, is van kamgaren met onderaan een randje van mohair dat omkrult, omdat ik alleen tricot breide met pen 3 ½ . Bovenop heb ik juist tijdens het minderen wat gespeeld met een boordsteek 1/1.
Het linker mutsje is ook in tricot gebreid maar dan met lontwol en een wat dikkere pen 4. Onderaan een boordsteekje 2/2 van 3 cm. Het is een wat steviger exemplaar geworden. Het rechtermutsje was het spannendst: ik combineerde steeds 2 draden kamgaren, zodat er een mooi kleurverloop ontstond.
Omdat alle mutsjes met resten gebreid zijn, is het even inschatten hoeveel garen je nodig hebt. Veel is het niet, respectievelijk 12, 26 en 25 gram. Een echt leuk handwerk van restjes wol dus. Dat is ook wat de organisatie vraagt: gebruik wol. Dat is warm en veilig. Kunststof niet. Nog een voorwaarde: geen wit of crème, want dat betekent in India: rouw. Dat wil je niet, bij een lief kleintje. Nu liggen ze daar: 3 lieve kleine mutsen. Op 3 avonden gebreid, tijdens een film. Zolang duurde het precies. Ik voelde me er goed bij, het is erg leuk om iets te doen wat je graag doet en daar een ander mee te helpen. Iets tastbaars, niet zo anoniem als geld. Maar ja, daar wringt ‘m nu precies de schoen, werd me onlangs duidelijk.
In dagblad Trouw verscheen een kritisch stuk over deze actie, met als strekking: waarom mutsen sturen naar een land met een gigantische textielsector? Laat de mensen daar zelf mutsen maken/ kopen, daar zijn ze veel beter mee af, want het stimuleert de economie en zelfredzaamheid. Mijn bescheiden verweer, dat ik het goed bedoelde, werd ook aan de kant geveegd: als je het goed bedoelt, moet je ook iets doen waar je deze mensen werkelijk mee helpt. En ze niet onze spullen opdringen. Nu zit ik er wat mee. Vraag me ook af: hebben ze daar wel wollen mutsen? Simpele vraag, niet? Ik weet van een uitgebreide katoen industrie. Synthetische stoffen zijn populair, maar brandgevaarlijk. En zijde, maar dat is duurder. Fantastisch is kasjmir, maar dat is voor arme mensen onbetaalbaar. In India wordt, dacht ik, schapenwol niet gebruikt.
Ik ga mijn stapel Wild Fibers erop naslaan! (Ken je Wild Fibers? Een Amerikaans tijdschrift voor liefhebbers van vezels en garens, hun authentieke achtergrond. Boeiend om te lezen en mooi om te hebben. Bij Alet van www.textielwerk.nl kun je een jaarabonnement nemen. Je kunt ook losse nummers kopen voor €7,95/6,95). Navraag bij mensen die in India goede daden doen, leverde het volgende op: in de meeste gezinnen zijn de mannen de baas. Vraag goed na, bij Save the Children, wie die mutsjes krijgen. Want een man zal de muts verkopen en niet op het hoofdje van zijn baby zetten. Ik zal het gaan navragen.
Wat ik nu doe is het volgende: jullie krijgen hier het patroon. Als je zin hebt, brei een muts of meer! We komen hier samen voor een gezellige Mutsen Inbreng Koffie/Thee. Dan kunnen we elkaars werk bewonderen, vooral de veelzijdigheid ervan. Er is voor Save the Children geen inbrengwinkel hier in de buurt, dus samen opsturen naar de organisatie kost iedereen een klein bedragje. Mocht één van jullie een ander goed doel weten, breng het in. Er zijn natuurlijk meer baby’s op de wijde wereld die je blij kunt maken met zo’n mutsje. Heb je misschien zelfs contacten, laat het me dan gerust weten. Naar India zijn tot nog toe al 3783 mutsen opgestuurd, een mooi aantal, maar op miljoenen baby’s nog niet genoeg. Vier vrouwen breien al. Doe je mee? mail me. Dan spreken we samen een datum af voor de Mutsen Koffie/thee met een kransje. Mijn voorstel: woensdag 15 december rond 15.00 uur.
En dan nu het patroon: zet 56 steken op met pennen 3 ½ – 5. Dat geeft een babymaat tot ongeveer 1 jaar. Brei 3 cm boordsteek 1/1 of 2/2 ( 1 recht/ 1 averecht of 2 recht/ 2 averecht). Dan 10 cm gewoon tricotsteek. Je kunt ook de 13 cm in tricot breien, dan krijg je een omkrullend randje. Of de boordsteek vervangen door een fantasiesteek. Wat je maar leuk vindt. Na 13 cm ga je minderen voor de bovenkant. In iedere rechte naald minder je, de averechte pen brei je gewoon. Eerst: 5 steken recht, 6 +7 samen breien in de rechte pen. Dan 4 st recht, 5+6 samen breien. Dan 3 st recht, 4+5 samen breien….. enzovoort, tot je nog 8 steken op de pen hebt. Door die 8 steken haal je de breidraad, zet die vast en naait het naadje naar beneden toe dicht. Bij gemiddeld breien is nu de omtrek 26 cm. langs de onderrand.
Mutsje klaar! ”
Met de kennis van nu weet ik: dit mutsenverhaal kreeg een vervolg. Er zijn er zeer vele gebreid en er leken er geen twee op elkaar. Het plezier van de breisters is groot geweest en die positieve energie wilden we graag positief vervolgen. Daarom zorgden we voor een privékanaal. Een van ons is stewardess bij KLM, zij vertelde ons hoe het personeel goede mogelijkheden van inzamelen en ter plekke op het juiste hoofdje zetten had. Zo stiekemweg doet het KLM-personeel veel goeds in de wereld, dankzij de mogelijkheden die er zijn om spullen van hier naar daar en elders te krijgen. Zo kwam een deel van onze mutsjes op Japanse babyhoofdjes, want na de tsunami en kernramp in Japan was er veel hulp nodig. Een ander deel belandde op Afrikaanse babyhoofdjes, waar baby’s in een weeshuis wel wat extra zorg en bescherming konden gebruiken.
Er is nu nog maar een ding dat me wat dwarszit en dat is het volgende. In My Lady Nobody, een roman van Maarten Maartens, stuitte ik op een kerkelijk dameskransje dat aan het breien was geslagen voor de arme kindertjes in Nederlandsch Indië, alwaar men dacht dat de bevolking opgetild zou worden in het licht der vooruitgang door het dragen van Hollands gebreid ondergoed en het lezen van de Bijbel. Dit verhaal speelt rond 1900 en wij weten nu heel goed, wat een bijzonder hoogmoedig idee het is geweest om ons zo koloniaal op te stellen. Het kriebelt nu met terugwerkende kracht. Deden wij met die mutsjes precies hetzelfde? Of gaven we werkelijk iets weg met de goedheid van hart en handen waar die baby’s troost en warmte bij vonden. Terugkijkend op de geschiedenis is het gemakkelijk om een oordeel te vormen. Als je middenin het verhaal staat is dat een stuk lastiger. En wat we nu in ieder geval geleerd hebben is, dat ook de beste bedoelingen bijzonder beroerd uit kunnen pakken.
Tot zover het mutsje en babymutsenoverpeinzingen. Veel plezier met het patroontje, dat in ieder geval heel ontspannen zal passen op het hoofdje van je kind, kleinkind, buurkind, nichtje of neefje en de pop. Binnenkort zal ik nog eens het archief induiken, het bevalt me wel. Mochten er vragen zijn, omdat je je iets herinnert en het patroon of verhaal graag in de herhaling wilt, mail je me dan even?
Au revoir!