nuttige handwerken 6. van pan en lap

Gaandeweg dit jaar werd ons duidelijk: om te reizen hoef je je stoel echt niet altijd uit. Want ook vanuit de eikenhouten meubels in haar keurige woonkamer reisden mijn oude vriendin en ik in korte zinnen en kleine verhaaltjes naar hoe het was en zo gekomen is. Inmiddels hebben we al het een en ander aan textiel in de kast liggen en uitgedeeld: reinigingsrondjes à la Parijse macarons, waslapjes en vaatdoeken en schuursponzen, een paar sokken dat half af is, theepotaanvatters en ander moois, dat nog een plek gaat krijgen in deze blogverhalen. Die sokken, dat is een verhaal apart, wat een worsteling is zo’n eerste paar! Maar nu zijn we eerst bij een praktisch en degelijk keukenattribuut aangeland, de pannenlap. Een pannenlap die eeuwenlang pannelap heette, vanwege de logica dat je er meestal één pan tegelijk mee aanvat, als ie heet is. De wijsheid van taalkundigen die dat praktische feit niet helder voor het snotje hebben gehad heeft geleid tot dat onwennige ‘pannenlap’. Maar goed.

Ik wist al, dat een aantal vriendinnen wild aan het stuiteren slaan als ze in een kringloop, een brocante of een in het retrowezen gespecialiseerd cadeauwinkeltje pannenlappen tegenkomen, die lijken op wat oma vroeger in de keuken had hangen. De hernieuwde kennismaking met wat ooit weggedaan werd als mutsig, uit de tijd, volslagen not done, zorgt voor een opborrelde nostalgie, alsof oma er nog weer eventjes bij is. Dat oude vertrouwde, die gezelligheid en aandacht, dat wil je wel in de keuken gebruiken. “Kom kind, doe een schepje suiker in je thee, daar krijg je energie van!” “Heb je al een chocolaatje gehad? Neem er nog één, op één been kun je niet lopen! Bovendien is chocola gezond hoor, zeker als je nog een stuk naar huis moet fietsen.” (oma Licht, jaren ’70, als we vrijdags na een schoolweek langs fietsten). Oma had tijd, gewoon omdat jij er was, dat geliefde kleinkind, dat cadeautje in haar grijze jaren. En het gevoel dat dàt gaf, iemand die jou gewoon even in alle rust het allerbelangrijkste van de wereld vindt, dat was zo heerlijk. De pannenlap is de directe trigger van dat gevoel, bewust of onbewust, en verbeeldt zo ouderwetse aandacht en veiligheid in de keuken. Omdat dat de plek is waar de mens voedsel, rust en wat aandacht voor de kleine kring vindt na een school- of werkdag, is dat een mooi ding.

atelier 2014 006

Wat had een jong meisje al achter de rug voordat ze mocht beginnen aan een katoenen pannenlap? Als haar juf de methode uit 1965 grondig doorwerkte, dan was er in ribbels een naaldenboekje, speldenrol en klein tasje gebreid.  Daarna een gestreepte bal, ook in ribbels, waarbij geleerd was om van kleur te wisselen zonder lange lussen te maken. Daarna waren de theepot-aanvatter en de pannenlap aan de beurt. Wat leerde datzelfde jonge meisje lang geleden, als ze begon aan zo’n pannelap van gebreide ruitjes? In de eerste plaats het combineren van recht en averecht breien. Daarnaast het inzicht, dat steken in de hoogte minder ruimte innemen dan in de breedte. Om een vierkantje te krijgen brei je voor 4 steken in de breedte 6 pennen hoog. Anders krijg je een rechthoek en geen vierkant. Als dan dat lapje mooi vierkant geworden was, bijvoorbeeld met 11 blokjes breed en 11 hoog, dan kwam er een gehaakt lusje aan. Ook dat was weer een kleine stap vooruit in de handwerkles.

atelier 2014 036  atelier 2014 002 atelier 2014 028

Pannenlappen breiden we dus. Het vertrouwde van het patroontje konden we bij de eerste stapel niet loslaten. Het was juist dat zo overbekende patroon, dat ervoor zorgde dat M. lekker ontspannen kon breien. Maar ik vond ze te dun en niet zo leuk, dus ik verzon er een extraatje voor: een aardig lapje stof, er op de oude trapnaaimachine opgenaaid.Zo werden ze ouderwets èn eigentijds, praktisch en gezellig. Soms lukte het een mooi klassiek stukje stof te vinden, dat door een uitstervende groep dames in hun klederdracht gebruikt wordt. Die lappen vond ik zelf extra mooi. Een andere keer was het een overgebleven lap van ander naaiwerk. De eerste stapel pannenlappen ging mee naar de Bijenmarkt (zie blog Een bijengeschenk). Wat daarbij opviel, was dat de maat van de lappen niet constant was: een extra charme van dit hoogbejaarde handwerk. Maakt het wat uit? Tuurlijk niet.

Na de Bijenmarkt stopten we niet met de pannenlappen. Voor M breidden ze lekker weg, dus dat was mooi. Voor mij was het fijn, dat ik even rustig over een volgende stap op onze Nuttige Handwerkenreis kon nadenken. Af en toe een paar bollen katoen halen volstond. Lekker stressvrij. We ontdekten, dat de zachte ongemerceriseerde katoen van de Deense firma aan de Grote Markt in Groningen ook voor dit project goed beviel: fijne katoen, fijne kleuren, lekker veel meters op 50 gram. De HEMA heeft op het moment ook dunne katoen, in een heel andere, helderder kleuren. Best leuk voor de afwisseling. Toen het een keer niet lukte om in Groningen boodschappen te doen, kocht ik daar. De draad is harder, glanzend. Er zitten veel minder meters op een bol van 50 gram, 120 in plaats van 160 en dat scheelt nogal wat. De lappen moesten dus wat inleveren in maatvoering. Maar ze worden ook mooi van HEMA-garen. Een derde optie werd het ecogaren BC garn Alba dat ik kocht bij Textielwerk in Ouwerkerk, iets dikker en ook duurder, maar oh wat een fijn zacht garen in een sjieke kleur rood. Er zit 160 meter op de bol, dus dat is dan weer mooi. Het paar dat ik hiervan brei, hou ik eerst maar eens voor mezelf.

atelier 2014 003 atelier 2014 004 2014 Belvezet najaar 133

Dat eco-paar pannenlappen werd wel de start van een nieuwe serie, zonder tegengenaaide lapjes. Het lukte een poos niet om aardige stof te vinden en ik wilde eigenlijk wel een wat dikkere pannenlap. Daarmee ontstond de Dikke Lap van twee tegen elkaar aangenaaide gebreide lappen. Als voorbeeld breidde ik een kant in mijn variant van de gerstekorrel, die breit ‘s avonds bij een film of documentaire wat ontspannener weg dan de originele gerstekorrel en ziet er wat rustiger uit. De clou: brei 1 recht, 1 averecht en dan de averechtse pen de steken zoals ze op de naald staan. In de volgende rechte pen wissel je.
De andere lap brei ik dan in tricot, zet de twee lappen tegen elkaar aan, maak er van een aardig bandje een ophanglus aan met een (houten) knoop of kraal ter versiering. M. nam ook deze lap graag van me over, maar hield zich eerst nog het liefst aan haar oude vertrouwde wafeltjespatroon. Ook leuk, hoor. Pas later, toen het allemaal wat gewend was, ging ze ook over op het breien van een aantal ‘nieuwerwetse lappen’. Zo zie je maar, 83 en niet te oud om wat te leren en met de tijd mee te gaan!

atelier 2014 004

Als ik alleen thuis ben, maak ik graag soep. In het schattige eenpersoons pannetje Lille van de HEMA. Het recept van Franse preisoep, naar Stéphane Reynaud bijvoorbeeld. Heerlijk, dus een mooie afsluiting van dit stukje van pan en lap.

RECEPT voor 2 flinke kommen: smoor 2 fijngesneden blije preien in een klont boter en scheutje olie tot ze zacht, goudgeel en geurig zijn. Schenk er 1/2 liter (groente)bouillon bij. Laat een poosje pruttelen. Bak ondertussen blokjes oud brood in wat olijfolie knapperig. Proef de soep en breng op smaak met zout, peper en nootmuskaat. schenk in een kom, doe de croutons erop en bestrooi met geraspte kaas (belegen/ oud/ schaap/ koe). Lekker met koud weer, zoals deze novemberdag met waterkou in de lucht.

 

 

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>