voorouder(s en hun)doek

Daar ben je dan, als mens. Je bewust van je daaglijkse omstandigheden, iedere morgen weer. Je wordt wakker en herinnert je wie je bent, waar op de wereld, in welke omstandigheden. Je schakelt van rust naar versnelling. Je wordt wakker en denkt, bij het traag wegtrekken van grijze sluiers uit het brein, het bewustworden van daglicht en uitgestrekte uren voor je: oh ja, ik ben  nu 53 (bijvoorbeeld), mijn voeten doen zeer van de wandeling gisteren, ik voel energie in mijn lijf stromen terwijl ik mijn eerste kop thee drink en ben me bewust van de plannen voor de dag, de problemen van de dag, de ruimte of het gebrek daaraan. De rijkdom in mijn leven en ook de rafelrandjes. Ik kijk in de spiegel en denk: shit, ja, ik ben al oud! Even vergeten…. Inzicht komt soms met een slakkengang. Ooit dacht je ook, dat je leven begon met een lege witte pagina, zo fris als een pasgewassen laken, zo knisperig als fijn vers papier. Nee hoor, jij  niet al die ballast die je ouders meezeulen iedere dag! Jou niet gezien!

Zo begon ik wel tenminste. Het was ooit fijn om uit het ouderlijk huis te vertrekken en te gaan ontdekken wat er mogelijk was, wie ik eigenlijk zelf was zonder de uitgesproken ideeën en carrièrewensen van vader, de grote liefde en het grote verdriet van moeder. Ik ging studeren, werken, trouwde een lieve man en we kregen kinderen. Gaandeweg maakte een deel van het optimisme plaats voor meer realiteit, meer inzicht. Helaas pindakaas? Ja, een beetje wel. Naïef zijn is heerlijk, het geeft veel positieve energie, maar houdt uiteindelijk geen stand tegenover de feiten. Wat zijn dan die feiten? In dit geval: je neemt je plek niet zomaar fris en onbevangen in, in die maatschappij. Jouw plek is het resultaat van familie, historie, politieke orde, heersende ideeën, noem maar op. Eindig je dan na al dat inzicht krijgen sneu op de bank? Nee hoor, uiteindelijk geeft meer kennis meer inzicht en een nieuw soort vrijheid. De vrijheid om in het moment te leven bijvoorbeeld. Niet gehinderd, wel rijker door meer diepgang.

Zo dacht ik bijvoorbeeld dat ik een fijne baan zou kunnen combineren met het moederschap. Mooi idee, niet? De werkelijkheid was helaas anders, voor mij. Mijn man bleek meer passie voor zijn werk te hebben dan ik, het welzijn van mijn gezin ging mij voor alles. Ik was me bewust van generaties voor mij, waarin moeders er niet konden zijn voor hun kinderen. Terwijl moeders enorm belangrijk zijn voor kinderen, ze leggen een basis, geven grond aan het bestaan.  Zeker omdat wij geëmigreerd waren naar het noorden van het land en er geen steun van familie om ons heen was, toen bleek dat onze oudste zoon astma had, werd een carrière meer een ballast dan een uitdaging. In de crèche werd, om een voorbeeld te noemen, toen nog gerookt, wat nu gelukkig onvoorstelbaar is en sowieso slecht samengaat met astma. Ik begreep dat de idealen van vrouwen die hun plek in het werkende deel der maatschappij innemen nog niet helemaal gelijke tred hielden met de mogelijkheden om dat in de praktijk ook te doen. Bovendien had ik een extra handicap in mijn eigen genen, die geen ruimte kreeg in de combi werken in het onderwijs en zorg voor het gezin. Ik bleek best creatief. En het ook nodig te hebben om daar iets mee te doen.

Toen al keek ik om, over mijn schouder. Naar wie mij voorgingen. Wie waren dat? Mijn ouders en grootouders, door alle zes ben ik grootgebracht. En ik vond antwoorden, want in de familie van moeders moeder waren ook creatievelingen. Ze waren musicus of schilder, papierknipkunstenaar of leraar. Ze vertelden verhalen, hadden een prachtige tuin, of schilderden een onweersbui boven het Comomeer. Ze kookten en bakten smaakpapillen in vervoering en zorgden voor lekkere en warme familiemomenten. Ik bleek niet de enige te zijn, die een drang voelde iets te doen met vorm en kleur, die onrustig werd van teveel opgekropte ideeën en bakken vol energie kreeg van het bezig zijn met iets in de handen: een materiaal, een plant, een instrument, voedsel, dat de zintuigen vervult. Het gevoel dat ik misschien wel als vondeling terecht was gekomen bij mijn ouders verdween, ik begreep dat ik in de familie een plek innam, omdat er een levensader was die in mij doorging.

In de jaren daarna werd dat inzicht nog vaker gevoed, het bewustzijn wakker geschud. Kijk, luister, dat probleem waarmee jij worstelt, dat bestond ook al bij je ouders, en bij die grootvader en ook bij zijn moeder. Er was geen aandacht, geen tijd, er waren geen communicatiemogelijkheden om het op te lossen.  Het wordt tijd om er iets structureels mee te doen, het niet te laten voor wat het is: als jij het oplost, dan hoeft het jouw kinderen  niet meer te belasten. Dan stopt het hier, bij jou. Van systemisch werken had ik toen nog nooit gehoord, maar ik zou het begrepen hebben. Het systeem liet zich aan me zien. De toegenomen welvaart en het feit dat we geen oorlog hoeven te voeren om in vrijheid te leven, maar verder kunnen gaan met het in stand houden en verbeteren van onze maatschappij, geeft mijn generatie en de generaties na mij de ruimte om aandacht te besteden aan andere monsters dan de vijand over de grens.

En toen kwamen Licht en De Boer op de thee, vroeg in 2014. Ze wilden voor de ondersteuning van hun familie-opstellingen en het mooier maken van hun cursusruimte graag een voorouderdoek. Een voorouderdoek?! Onder de thee kwam het verhaal van het werken met familieopstellingen en een sjamaan, die met dat doek inzicht gaf in het familie-universum dat achter ons ligt in de tijd. Hoe mensen zo kunnen ontdekken waar hun passies en problemen een oorsprong vinden en waar hun verbondenheid ligt. Hoe we nog steeds in energie verbonden zijn met al die mensen die ons voorgingen. Voorbeelden waren er al zoekend en googelend niet te vinden, dus ik kreeg ruim de tijd voor een ontwerp en het uitwerken daarvan. En dat deed ik het afgelopen half jaar, onder andere, onder mijn hunebed. Of, als winterbed (zie vorig bericht).

zomer 2014 145(site)

Het maken van dit doek werd een groot geluk. Zo kan een opdracht in feite een geschenk zijn! Het verhaal ging voor me leven, ik kon het verbinden met eigen ervaringen en mijn ideeën over hoe de wereld van onze voorouders eruit ziet. Er kwam een op zijde (lucht) gevilt doek van merinowol (vuur, water,aarde) in de vorm van een hemelgewelf. De basisenergieën verenigd in een doek.  De kleuren koos ik bij het in het licht van het aardse bestaan, of juist aan de andere kant van die medaille zijn. De mens uit hout gesneden, met navelstrengen verbonden met ouders en grootouders. Daarvoor is alles energie, zilverdraad. Heel veel energie kreeg ik, af en toe barstte ik bijna uit mijn vel van dit scheppingsproces. Kon ik er niet aan werken, dan was ik juist een brok gefrustreerde dadendrang en werd bij het depressieve af.Leek het bijna klaar, dan legde ik het juist weg, want ik wilde er nog geen afstand van doen. En ook, het nog niet onderwerpen aan ieders oordeel. Een gevoelig iets, dat oordeel. Men vindt maar wat weg in onze snelle mediawereld. Kijken zonder oordeel, gewoon ervaren, zou dat ook kunnen alsjeblieft? Het doek is nu bijna af, ik heb foto’s van het maken ervan. Een paar deel ik hier. Een fotografe nam betere foto’s en een volgende stap wordt nu: ga ik meer doen met dit verhaal?

zomer 2014 149(site)zomer 2014 152(site)

Deze vraag raakt aan iets essentieels. Leg je kunst uit? Nee. Zo neem je wie kijkt iets af, een eigen verhaal, een eigen interpretatie. Maar ja, ik vertel zo graag een verhaal. Wie weet vind ik een vorm, waarbij ik de kijker niets afneem, en toch mag vertellen. Wie weet ook niet, ben ik tevreden en vervuld als het doek in september in de cursusruimte hangt.

Die cursusruimte en het doek vind je bij www.lichtdeboer.nl

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>